Jack

Gepubliceerd op 12 december 2020

      ‘Jack is a barrister from Belfast’.
Celeste keek me veelbetekenend aan. Het was al de derde keer dat ze me dit vertelde.
      ‘Oke’.
Hij zou vanavond langskomen op een van de dinnerparties. Samen met Rose, zijn nieuwe vriendin uit Londen. Ze zagen elkaar hierdoor niet vaak, maar misschien was dat wel beter. Zei Celeste.

Jack Gillespie had hier aan de Ierse Westkust een huis gekocht. Zijn vader kwam ervandaan. Het grootste gedeelte van zijn jeugd woonde hij in een klein vissersdorp. Die vader leefde al lang niet meer, maar het trok hem naar de regio, ook al was hij nu een grootstedelijke man. Bovendien hield hij van vissen.

Hij was een advocaat in de Noord-Ierse hoofdstad. Leefde in zo’n statig huis met een enorme rode voordeur en meerdere woonkamers. Hij was sinds een paar jaar gescheiden van zijn vrouw Helen. Celeste kon zich niet meer herinneren hoe vaak ze Helen huilend aan de telefoon had gehad, met de vraag of zij wél wist waar Jack uithing. Hij had dan de dag tevoren een zaak gewonnen. Was thuis gekomen om snel een schone witte blouse aan te trekken en vervolgens weer te verdwijnen. De overwinning te vieren met zijn team in een chique restaurant. Daarna een pub, een casino en als het even kon eindigden ze in een van de betere stripclubs van de hoofdstad. Soms vertrok Jack na zo’n nacht in een opwelling naar de kust om makreel te vissen. Diep in de nacht, of juist in de vroege morgen, het is maar net hoe je het bekijkt, reed hij over de landwegen naar de kust. Ballygawly, Augher, Clogher. Ze kenden hem bij de tankstations. Makreel daar had hij wat mee. Dat rookte hij, stoofde hij en maakte er een soort romige salade van.

Helen had hem verlaten. Ook al liet Jack haar al jaren in de steek. Zijn ouderlijk deel bestond er nu vooral uit dat hij een hoge alimentatie betaalde. Deze zomer zat Helen met de kinderen in Japan. Dat wilde ze nou eenmaal graag. Dus Jack betaalde.

En nu kwam deze barrister uit Belfast bij ons eten. Een grote Audi reed voor en een knappe, lenige man stapte uit. Enthousiaste begroetingen, kussen, omhelzingen. Iets ingewikkeld in krantenpapier, moest snel de vriezer in. Jack gaf me een stevige handdruk en wervelde de woonkamer in. Hij droeg een net pak, alsof hij zo uit zijn werk kwam. Rose streelde mijn hand eerder dan dat ze hem drukte en zweefde, met een roze-beige omslagdoek om haar schouders, achter Jack aan.

De dinnerparties begonnen altijd met rond de tafel staan. Zolang het eten nog niet geserveerd werd, moest je het niet proberen te gaan zitten. Celeste stond in de keuken en wierp af en toe een blik achterover, om een opmerking te maken, maar vooral om te kijken of de gesprekken goed verliepen. Of ze in moest grijpen, mensen nog eens extra aan elkaar moest introduceren met interessante details. Vanavond was het niet nodig. Iedereen kende de regels van het spel. We waren met z’n achten, de wijn werd ingeschonken, er werd geproost en daarna verspreidde het enthousiasme zich in kleinere gesprekken tussen twee of drie personen.

Rose vertelde me dat ze werkte voor het London Theatre, dat ze een nieuwe opvoering van Othello aan het voorbereiden waren, iets wat ze eigenlijk nog niet mocht zeggen, maar het zou heel anders worden dan normaal, echt iets van nu, de eenentwintigste eeuw. Een volledige nieuwe blik op de multiculturele samenleving. Ik knikte heftig mee, liet de wijn in mijn glas ronddraaien en moest ook wel beamen dat Othello geniaal was.
Ik heb nog nooit iets van Shakespeare gelezen.

Boven het geanimeerde gepraat voerde Jacks diepe basstem duidelijk de boventoon. Hij stond met zijn rug naar me toe. Zijn witte blouse stak scherp af tegen zijn gebruinde nek. Hij maakte grote gebaren terwijl hij Tom iets aan het uitleggen was. Het leek alsof hij een hengel uitgooide. Daarna stak hij belerend zijn vinger op.

      ‘You heard about the case?’
Rose legde haar hand op mijn arm. Haar donkerbruine ogen werden groter. Ik schudde mijn hoofd. Ook hiervan wist ze niet zeker of ze het wel mocht zeggen.
      ‘You know about the Sinn Féin, and the McDonald scanda-…’.
      ‘Well now ladies, only the fox knows what I did there’. Jack draaide zich plots naar ons toe en lachte hartelijk. Hij stond achter Rose en kneep zachtjes in haar schouder. Ze haalde haar hand van mijn arm. Ik was onder de indruk van hoe hij dit zei en bedacht me dat ik die zin ook wel eens zou willen gebruiken.
      ‘Now there’, ging Jack verder tegen me, ‘I’ve heard you’ve been staying here for three weeks now...’

Celeste tikte met een mes tegen haar glas.
Dinner was being served.
Ik was er onderhand gewend aan geraakt dat je niet zomaar ergens moest gaan zitten, nee dat zou een hele stomme fout zijn geweest, dat gebeurde me de eerste keer en daarna nooit weer. Er was natuurlijk een tafelindeling. We waren met zijn achten, maar alsnog, zonder tafelindeling was het niet werkelijk een dinnerparty . De gastvrouw van de avond besliste en Celeste hield van het ‘om-en-om’ principe. Man-vrouw-man-vrouw, en vanavond kwam dat perfect uit met het even aantal. Ik moest links, naast het hoofd van de tafel, voor de derde avond achtereen naast Tom. Ik weet niet waarom Celeste me steeds naast Tom zette. Ik luisterde nu al uren naar verhalen over zijn ezels en de vier vriendinnen die hij na zijn eerste vrouw gehad had. Ze waren allemaal gestorven in de tijd dat ze iets met hem hadden. Eentje was verdwenen en dagen later aan het bekken van de rivier teruggevonden, een ander overleden aan een dodelijke ziekte, twee hadden zich van het leven beroofd. Ik had het vermoeden dat Tom me voor de gek hield, hij zei me namelijk ook dat hij veertig was, maar was overduidelijk met pensioen. Ik wist niet zo goed wat ik er mee moest. Hij was een oude vriend van Celeste. Volgens mij genoot hij er van de baas te zijn over een eigen narratief, ook al had hij voor een iets mildere versie kunnen gaan.

Kom maar op Tom, dacht ik, en ik schoof mijn stoel naar achter.
Perry was duidelijk zeer tevreden dat hij naast Rose was geplaatst en met grote ogen volgde hij de bewegingen van haar mond terwijl ze sprak. Hij keek gebiologeerd toe hoe ze telkens haar omslagdoek om haar schouder worp met een soort charmante nonchalance die alleen vrouwen van middelbare leeftijd hebben.

Een stomende kip werd op tafel gezet en Jack, die in het midden zat, stond meteen op met het snijmes in zijn hand. Nu de rest zat, sprong zijn rijzige gestalte nog meer in het oog.
Iedereen hield gewillig zijn bord bij, Jack verdeelde het vlees.
Boven op zijn hoofd was hij al kalend en dus had hij de wijze keuze gemaakt zijn haar kortgeknipt te houden. Een ronde bril met een dik, donkerbruin montuur rustte op zijn neus. Daaronder had hij een snor laten staan. Het stond hem. Zoals alles hem waarschijnlijk stond. Hij leek net uit een roman van Fitzgerald gestapt.

Dat had misschien ook te doen met de gretige manier waarop hij at. Hij luisterde heftig knikkend naar Celeste, terwijl hij zich te goed deed aan de aardappel, tuinbonen in baconsaus en geroosterde kip om het vervolgens snel weg te kauwen en zijn gesprekspartner van een uitgewogen repliek te voorzien. Hij was niet voor niets een barrister. Met het witte, stoffen servet veegde hij het vet van zijn mondhoeken en snor. Hij zette zijn ellenboog op tafel en deed zijn deel van het verhaal.

Alles aan Jack ademde wervelwind. Alsof een soort tornado om hem heen hing. Hij hoorde alles, had alles in de gaten, haakte zonder moeite in op gesprekken en was net zo vlug weer vertrokken, de anderen achterlatend met een paar scherpe uitspraken. Onsympathiek was het niet. Mijn blik week constant naar hem af. Zijn diepe stem, grote gestalte en heftige handgebaren hadden iets fascinerends. Ik begreep Helen. Ik snapte het dat ze het niet met hem uithield. Maar ik snapte ook Rose. Jack was Jack en Jack nam de plaats in die nodig was om Jack te zijn.

Toen het toetje geserveerd werd, een taart van pruimen uit eigen tuin met ijs, haalde Jack een grote fles honinglikeur tevoorschijn. Ja zeker, zelf gestookt, hij was nu ook imker. Hier aan de kust had hij de tuin ervoor en er was iets met die insecten. Ze trekken aan en stoten af, tegelijkertijd. Net als met vissen. Daar hield -ie van, zei Jack. Dat spel.

De avond vorderde en na de likeur waren we weer overgestapt op wijn. Ik probeerde me te concentreren op Tom, die nu vertelde hoe hij voor al zijn vrouwen de doodskist had getimmerd. Ook het hok voor zijn ezels had hij zelf in elkaar gezet. De wijn maakte me slaperig, maar toen hoorde ik aan de andere kant van de tafel mijn naam vallen. Ik verscherpte en keek vanuit mijn ooghoek naar Celeste en Jack.

Celeste had het graag over mij in mijn bijzijn. Ze bedoelde het goed, prees me de hemel in, maar ik werd ongemakkelijk van deze eigenschap van haar.
      ‘Well, she’s been such a wonderfull help.’ Ik keek nu op en zag hoe ze me beiden uitvoerig observeerden. Jack boog zich naar Celeste toe en fluisterde iets in haar oor. Hij bleef me strak aankijken en hield zijn wijnglas tussen zijn vingertoppen, terwijl hij met beide ellenbogen op de tafel leunde. Op deze manier hoefde hij zijn vingers maar te bewegen om het hele glas in zijn mond te lozen.
      ‘Jitka, Jitka’ riep Celeste, alsof ze mijn aandacht nog moest trekken.
      ‘You know what you look like?! Jack saw it and I couldn’t agree more. Ingrid Bergman.’
      ‘Most gorgeous woman of her time’, beaamde Jack. Hij keek me nog steeds doordringen aan en goot toen de rest van de wijn in zijn mond.

Ik had geen idee wie dat was, maar bloosde. Voordat ik kon reageren had Jack zich alweer in het gesprek tussen Perry en Rose verwikkeld. Het stelde me teleur, maar luchtte me ook op. Hij schonk hen allen drank bij.
En plots vond ik hem intimiderend. Hij was zo typisch, zo duidelijke een rijke advocaat, en tegelijkertijd onverwachts en toonaangevend. Hij was hartelijk met zij diepe basstem, knipogen en welbespraaktheid, maar precies om dezelfde karaktereigenschappen maakte hij me een beetje bang.

Ik kon me hem voorstellen, haastend van zijn slaapkamer, waar een Rose zich net weer in een zijden japon hees, naar zijn auto, op weg naar een belangrijke zitting. Maar ook op een vissersboot. In een gele regenjas, hevig in gevecht met de hengel en stormachtige zee, om uiteindelijk een enorme makreel uit het water te vissen. En ook in een stripclub. Dronken van de alcohol en overwinningsroes, terwijl een vrouw hem een lapdance geeft. Hij stopt wat briefjes in haar onderbroek en begraaft zijn hoofd tussen haar borsten.

Ik heb die avond nauwelijks een woord met Jack gewisseld, alleen zijn opmerkingen gehoord. En toch voelt het alsof ik met Jack geleefd heb. Door de onoverkoombare zelfverzekerdheid en aanwezigheid waarmee hij de ruimte vulde en iedereen deel maakte van zichzelf. Hartelijk, maar tegelijkertijd gulzig. Hij geeft, maar hij heeft ook gretig nodig.

Pas diep in nacht, met de maan hoog aan de hemel en slierten nevel om ons heen, stapte Jack en Rose weer in de auto. Jack schudde mijn hand nog een laatste keer uit het opengedraaide raam.
      ‘Till next time, Ingrid’. Zonder schroom liet hij zijn blik rustig over mijn gezicht glijden. Daarna reden ze de oprit af. Jack stak zijn arm omhoog en riep: ‘So long my lovers!’.

Jack, the barrister from Belfast.
Ik zal hem nooit vergeten.